NEJA.nl plaatst cookies (lees meer) uitsluitend om de site beter te laten functioneren en bezoek te monitoren.   X

Betekenis eenouderschap in de Afro-Surinaamse gemeenschap

Vraag: Wat is er bekend over ontwikkelingen in gezinsstructuren in de Afro-Surinaamse gemeenschap, (historische) achtergronden daarvan en invloeden op ouders en kinderen? Hoe zijn patronen te doorbreken?

 

Vraagsteller: Stichting Kramati Ondrobong, Amsterdam

 

Antwoord gegeven door: Marjolijn Distelbrink, Verwey-Jonker Instituut, februari 2019

 

Aanleiding

Al heel lang is bekend dat veel (Afro-)Surinaamse kinderen in Nederland opgroeien in eenoudergezinnen. Dit fenomeen komt voort uit historisch gegroeide patronen, die hun wortels hebben in de Afrikaanse cultuur. Maar ook in de slavernij en omstandigheden daarna, in Suriname zelf en in Nederland. Binnen de Surinaamse gemeenschap laait geregeld de discussie op over de achtergronden en invloeden hiervan. Stichting Kramati Ondrobong is een vrijwilligersorganisatie die onder andere debatten organiseert en radioprogramma’s uitzendt in de regio Amsterdam. Voor een debat over het Surinaamse gezinsleven en ontwikkelingen (februari 2019) is bovenstaande vraag gesteld. Dit als aanvulling op ervaringsdeskundigheid die in het debat werd ingebracht en uitgewisseld.

 

Aanpak

Marjolijn Distelbrink heeft bij het debat een lezing verzorgd op basis van haar eerdere onderzoeken naar dit onderwerp. Zij heeft die voor de gelegenheid aangevuld met recente cijfers over gezinsvorming in de Surinaamse gemeenschap. De lezing is opgenomen en ook uitgezonden op een lokale radiozender. Ter plekke is er gediscussieerd over de cijfers en bevindingen, en over wat er moet gebeuren om patronen te doorbreken. 

 

Resultaat

Recente cijfers laten zien dat alleenstaand moederschap in Nederland nog steeds meer voorkomt in de Surinaamse gemeenschap dan gemiddeld, of dan in sommige andere migrantengroepen. Het neemt ook niet af; moeders van de tweede generatie staan er net zo vaak alleen voor als moeders van de eerste generatie. Het onderzoek laat overigens zien dat er – zowel historisch als nu – een grote variatie is tussen gezinnen; ook binnen de categorie eenoudergezinnen. Het is niet zo dat mannen daar geen enkele rol hebben in de opvoeding of verzorging. Dit wordt ook herkend door de aanwezigen bij de lezing. Uit onderzoek onder Afro-Surinaamse moeders in Nederland komt naar voren, dat alleenstaand ouderschap een onderwerp is dat met ambivalentie is omgeven. Enerzijds worden meisjes erop voorbereid (‘je diploma is je man’) dat zij er alleen voor kunnen komen te staan, is het ‘normaal’ en is er steun onderling. Daardoor zijn de invloeden wat beperkter dan bij andere groepen. Anderzijds wordt het eenoudergezin niet als ideaal gezien. Dan houdt het ideaalbeeld van de sterke Surinaamse vrouw mannen soms teveel aan de zijlijn en overvraagt het vrouwen, en zijn moeders dubbel in hun boodschappen over relaties ten aanzien van jongens en meisjes. Onderzoek waarbij is gesproken met vaders en jongeren laat dit ook zien, en maakt duidelijk dat ook zij het anders willen. Maar gegroeide patronen zijn, gezien de cijfers, niet zomaar te doorbreken. Het gesprek binnen de eigen gemeenschap zijn onderdeel van de oplossing. Die gesprekken kunnen onder andere gaan over de voorbeelden en boodschappen die ouders geven aan hun kinderen, naast gesprekken over beelden bij jongens en meisjes van elkaar.

 

De powerpoint van de lezing is HIER te raadplegen.